De-personalisatie VS niet-zelf

Loskomen van gedachten en gevoelens. Dat kan heel aantrekkelijk klinken om los te komen van hetgeen wat lijden kan veroorzaken. Het loskomen van de natuurlijke neiging te grijpen naar gedachten, gevoelens. De second arrow, veroorzaakt door gehechtheid aan verlangen en ook door aversie het niet te willen zijn met onaangename sensaties. We willen allemaal vrij zijn van lijden en ook als je trauma hebt ga je op zoek naar antwoorden om los te komen uit dit lijden. In een vipassana retraite krijg je de instructie de gedachten te observeren, sensaties in het lichaam te benoemen, om uiteindelijk het niet-zelf hiervan in te zien. Maar wat nou als die gedachten überhaupt al als niet van jou worden ervaren, het lichaam niet als jij voelt? 

In één van de eerste retraites die ik volgde kreeg ik de instructie hoe ik mijn beoefening moest rapporten bij de leraren in het interview (gesprekje van 15 minuten dat je één keer per dag hebt tijdens de stilte). Hierbij benoem je de processen die je hebt geobserveerd tijdens de meditatie. ‘Er was denken’ of ‘Er was een voet die voorwaarts bewoog’. Ik weet nog heel goed dat dit me eigenlijk redelijk gemakkelijk af ging om het niet geïdentificeerd met de ervaring te benoemen. Veel later toen ik de begeleider eens sprak elders gaf hij nog eens terug dat hij onder de indruk was van de wijze waarop ik mijn beoefening kon rapporteren. Echter wat er totaal over het hoofd werd gezien is dat ik me überhaupt nooit had geïdentificeerd met mijn lichaam, met mijn gevoelens, met mijn gedachten vanuit mijn achtergrond met trauma. 

Daar waar ervaringen te overweldigend zijn geweest, hebben het lichaam en de geest een natuurlijk mechanisme om hiervan weg te dissociëren. Het lichaam wordt dan niet meer iets wat van jezelf is, maar iets wat is misbruikt en je afstand van doet. Het is niet mijn lichaam, maar dat lichaam ‘daar ergens’ wat onder dat hoofd hangt. Net zoals met gevoelens en gedachtes, die er vroeger in een bedrukkende situatie er helemaal niet mochten zijn. Zijn ze überhaupt nooit erkend en zelfs weggedrukt. Daardoor kan depersonalisatie ontstaan. Gevoelens van onbekendheid, vervreemding en onwerkelijkheid van je eigen geest en/of lichaam. Dit geeft een gevoel van niet bij jezelf horen. Of buiten je lichaam te staan. 

Vipassana meditatie was dan ook fantastisch voor mijn trauma systeem, in eerste instantie want ik hoefde me helemaal niet te identificeren. Niet te identificeren met ‘het lichaam daar’ waar zoveel was gebeurd, de gedachtes alleen maar te zien maar op een afstand te houden. Later ontdekte ik dat Vipassana meditatie deze by-pass, die ik eerst voor mezelf verzonnen had, juist niet in zich had. Vipassana meditatie gaat om de belichaming van de ervaring, er helemaal naar toe gaan en te observeren om de ware natuur van de fenomenen ervan te doorzien. 

Als er trauma speelt is die belichaming juist zo’n probleem, en schiet de instructie daarin tekort door gelijk naar de processen te kijken en op deze manier te benoemen. Als er een vorm van de-personalisatie speelt is het zo belangrijk om je eerst weer te leren identificeren met jezelf. Mijn lichaam, mijn gedachten, mijn gevoelens die er toe doen en er mogen zijn. In behapbare hapjes kennis maken met het ‘ik’ waar je van bent weggeraakt. Om vervolgens pas vanuit die belichaamde ervaring het niet-zelf hiervan in te gaan zien. 

Dit is ook waarom we in de trauma sensitieve retraite in tegenstelling tot de gewone Vipassana retraites, benadrukken in de begeleiding dat het jouw lichaam is en het leren toe-eigenen van jouw ervaring. In mijn eigen beoefening was het in eerste instantie en enorme stap voorwaarts door juist te durven zeggen ‘Er is een enorme pijn in mijn onderbeen, het voelde alsof mijn lichaam uit elkaar klapt’ en de gevoelens die dit oproept toe te laten. Of de aversie hierop om dit überhaupt te ervaren te zien. Dit is best een glibberig pad om het evenwicht te vinden tussen het lijden leren te doorzien door er niet volledig in mee te gaan maar iets afstand te nemen, en tegelijkertijd wel de ervaring toe te eigenen. En dat maakt wat mij betreft het hebben van trauma tot uiteindelijk de ontwikkeling van een enorme fijnzinnigheid in de waarneming om continu het onderscheid hierin te maken. Geïdentificeerd de belichaamde ervaring te voelen, hier gereguleerd mee te leren zijn en vervolgens de processen en fenomenen in het ervaringsveld te observeren. Zo ga je zien dat er geen onvergankelijk zelf bij betrokken is. Om uiteindelijk toch iets los te komen uit het lijden niet vanuit een dissociatie maar vanuit wijsheid en compassie. 

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *